rondos.nl | Kunst Kollektief Dubio

Kunst Kollektief Dubio

Juliana Ja! Beatrix Nee!
“De wereld is zwaar van zorgen en angsten; we weten dat we daarvan het onze te dragen hebben. Maar we weten ook dat de wereld niet door zuchten en klagen gered zal worden, maar enkel door moedig denken, fris werken en eendrachtig handelen. Kunstkollektief Dubio tracht met het oog voor al het schone en een open hart voor gezonde humor, de eendracht te bevorderen, de moed te vergroten en de frisheid te herstellen.”

 

Deze zinnen vormen de afsluiting van een soort voorwoord van de eerste, ludieke, uitgave van KK Dubio. Het betreft een kollektief produkt met een oplage van 200 exemplaren, met als doel “onze aktiviteiten samen te brengen in een boekje.” In de fel oranje kaft is een papieren “koninginnedagvlaggetje” verwerkt, compleet met houten vlaggenstokje. Links in het rode vlak van de papieren driekleur is, heel fraai, een hamer en sikkel symbool gezeefdrukt, in geel. Het boekje bestaat uit een vijftiental gekopieerde A4-tjes, die met twee nietjes bij elkaar worden gehouden. Elk “lid” van KK Dubio heeft één of meerdere A4-tjes gemaakt. Het koninklijk huis is een vaak terugkerend thema, evenals de politie en B-52 bommenwerpers en ook een “abstract-emotioneel schilderij” (ingekleurde kopie) van, alweer, de Nederlandse vlag. De bijlage is een A2 poster met een prachtige tekening van een Boeing straalvliegtuig die wordt “opgegeten” door duizenden krioelende buitenaardse wezentjes. Dit onbegrijpelijke, absurde en humoristische boekwerkje wordt heel positief besloten met een nieuwjaarswens (1979) en een politiepuzzel.

 

Deze uitgave is kenmerkend voor KK Dubio. Het is een kruisbestuiving van technieken en ideeën. Foto’s, collages, (strip)tekeningen, verhalen, songteksten en zelfs een schilderij worden gereproduceerd met de op dat moment meest moderne techniek: het kopieerapparaat. Mooie, frisse en naieve zaken worden afgewisseld met serieuze kost. Een als kind opgestuurde tekening aan Koningin Juliana met antwoord terug, samen met de poster waarin de Boeing staat voor het Kapitalisme dat wordt opgegeten door vele arbeidertjes.

 

Coming Soon
In het voorjaar van 1978 zitten Wim, Johannes, Maarten en Allie in het vierde studiejaar van Kunstacademie Rotterdam en maken diaseries naar aanleiding van krantenberichten en schilderen, ieder voor zich, onderwerpenals Sacco en Vanzetti, Eiffeltorens en kamikazevliegtuigen. Een gezamenlijk projekt waarmee K.K. Dubio voor het eerst buiten de muren van de academie treedt is “Coming Soon”. Een tank, op ware grootte tweedimensionaal nagebouwd van spaanplaat wordt door Rotterdam gesleept en gefotografeerd bij bij voorbeeld Zadkine’s “Gat van Rotterdam". George le Roy, Piet Dieleman, Saskia de Vries namen ook deel aan dit project. Tenslotte hebben PSP-jongeren de tank op het Stationsplein vernield. Vermeldenswaard is de uitgekiende Coming Soon stickeractie in Rotterdam en de ansichtkaart die het projekt aankondigden.

 

Wij schrijven in onze eindexamenverklaring (oktober 1979) over dit project:

 

“Het eerste projekt was het tankprojekt: Coming soon. De begeleidend docenten reageerden positief en hiervoor werd dan ook subsidie verleend. In juni ’78 is dit projekt tentoongesteld in de akademie. Op dit projekt zijn wij bevorderd van 4 naar 5. De bevordering vond dus plaats op basis van een in kollektiviteit uitgevoerd projekt. Er was geen sprake van individuele herkenbaarheid in het werk, noch van individuele kwaliteitsbeoordeling.”

 

Confrontatie
Als vierdejaars studenten krijgen wij vanaf september de beschikking over een atelier in het Henkespand te Delfshaven. Daar zijn we voornamelijk bezig met koffe en theedrinken, geserveerd door de conciërge Dhr. Nijland. Tussendoor tekenen wij met de hand de aankondigingen voor de optredens van de Rondos, waar we inmiddels al succesvol mee zijn. Wij ervaren in 1978 de wereld als “volkomen geschift” en de kunstacademie als ingeslapen. Wij zijn als vanzelfsprekend tegen heersende opvattingen, maar die zijn er eigenlijk niet op de academie. Alles kan en alles mag. Onze grootste ergernis is dat offciële kunst nergens over gaat. En ook nog elitair is. Wij nemen steeds meer het heft in eigen handen. En zijn eigenlijk verbaasd hoeveel ruimte ons wordt gelaten. Dus gaan we verder, op zoek naar grenzen. Op zoek naar het afwijkende, op zoek naar de confrontatie. Onze opvattingen zijn in eerste instantie gewoon “recalcitrant” te noemen en door absurditeiten en veel humor zetten we ons af tegen heilige huisjes. We nemen afstand van de “waanzinnige wereld” en trachten verwarring te zaaien. De wereld moet huiveren.

 

Inspiratie
Een belangrijke inspiratiebron vanuit de kunst is DADA (*). Dat zal niemand verbazen. De acties, de vormgeving en het politieke aspect spreken ons aan. DADA was geen kunststroming, maar een anti-kunststroming. Het doel van de DADA-aanval betrof niet slechts de Kunst, maar juist ook het kapitalisme en de Staat. Inspirators zijn Georg Grosz, John Heartfeld en ook El Lissitzky. We zien punk niet als rock-stroming, maar als anti-rock-stroming. Graftti zien we als de “agit-prop” van de jaren twintig. Het gebruik van veel hamer-en-sikkel symbolen is (grotendeels) bedoeld om te choqueren. En ook als (ironische) tegenhanger van de Swastika die ais symbool door ultra-rechtse jongeren en voetbalhooligans wordt gebruikt. Soms is het lastig om links en rechts uit elkaar te houden, omdat de uiterlijke kenmerken van punk, zoals zwarte (leren) jacks en bijzondere haardracht, door beide groepen geadopteerd worden.

 

(*) Was ist DADA? Eine Kunst? Eine Philosofe? EINE POLITIEK? Eine Feuerversicherung? Oder Staatsreligion? lst DADA wirklich Energie? Oder ist es Garnichts? d.h. alles?

 

De kunstacademie raakt in de loop van 1979 steeds verder uit beeld. We gebruiken wel de werkplaatsen (zeefdruk!) en de doka en niet te vergeten de bibliotheek en het kopieerapparaat. Maar van enige inhoudelijke feed-back door docenten is geen sprake. Door het succes van de Rondos krijgen we een enorme energie en het atelier in het Henkespand hebben we niet meer nodig omdat we in “Huize Schoonderloo” kunnen wonen en werken. Een enkel keer krijgen we bezoek van de “eindexamencommissie” bestaande uit Cees Franse, Guust Romeyn, Jan Kuiper en namens de directie Piet Geurts. Hans Abelman wordt op ons verzoek toegevoegd als “extern deskundige”.

 

Kruisbestuiving
Binnen KK Dubio wisselen wij continue van rol: beeldend kunstenaar, punkmusicus, schrijver, ontwerper, typograaf, actievoerder, drukker, jongerenwerker, componist, tekstdichter, organisator en boekhouder. En dan is er de strakke, steeds wisselende, taakverdeling over huishoudelijke zaken in Huize Schoonderloo. Deze kruisbestuiving van verschillende karakters, ideeën en werkzaamheden genereert onmetelijk veel energie en creativiteit.

 

Citaat uit eindexamenverklaring (oktober 1979):

 

“Wij zijn een jaar lang bezig geweest de eindexamenkommissie te overtuigen van onze bedoeling om als kollektief eindexamen te doen... Experimenten zoals b.v. groepen op kollektieve basis, worden binnen het academieapparaat getolereerd zolang de academie dat kan gebruiken als prestigeobject naar buiten toe en om te laten zien dat zelfs zoiets mogelijk is binnen de Rotterdamse ABK. Maar als deze groepen door de ABK op een bepaald moment niet meer te kontroleren zijn of zich openlijk door hun werk en mentaliteit tegen de conservatieve ABK leiding/struktuur verzetten, wordt geprobeerd dit zo snel mogelijk de kop in te drukken en het werken voor deze groepen binnen de akademie onmogelijk te maken. "

 

Eindexamen
Op 9, 10 en 11 oktober 1979 is in de hal van het Academiegebouw aan de G.J. de Jonghweg ons gezamenlijk eindexamenproject te zien. Onze namen worden niet afzonderlijk vermeld. Dit brengt de directie ertoe om ons geen (op naam gesteld) diploma uit te reiken. Voor ons natuurlijk het zoveelste bewijs van de starre en ingeslapen houding van het establishment. Na ons eindexamen keren wij ons helemaal af van de gevestigde kunst en kunstwereid. De reacties op de eindexamenpresentatie zijn eenvoudig in twee catagorieën verdelen. Heel goed of heel slecht. En dat is precies onze bedoeling. Er wordt over gesproken en Rotterdam Films legt het vast en we verkopen in drie dagen tijd voor 1500 gulden aan vinyi, drukwerk en buttons.

 

Citaat eindexamenverkiaring (oktober 1979)

 

“Per 1 januari 1979 hebben wij van de gemeente het voormalige kantoorpand "Huize Schoonderloo' kunnen huren. In het pand zijn 6 individuele woonruimtes gecreëerd en een aantal gemeenschappelijke werkruimtes, zoals doka, kantoor, offset drukkerij, houtwerkplaats, geluidstudio en ateliers. De nadruk bij het werk ligt op de kollektieve prolekten. De ideologische ontwikkeling van KK Dubio is een reaktie geweest op o.a. de struktuur van de akademie die slechts opleidt tot onmondige werktuigen van het galeriesyndicaat, beleggers in kunst, musemconservatoren en dergelijken.”

 

Inhoud
De kunst van de eerbiedige stilte is duidelijk aan ons niet besteed. Het is offciële kunst voor offciële mensen. Aan de randen van de kunst bevindt zich de lawaaiige kunst. Daar heerst geen gezag, daar maakt men plezier. Mooie voorbeelden zijn de diaserie, die we maakten, naar aanleiding van een krantenbericht over een Beigische dokter die zijn patiënten onder narcose misbruikte en “Tomorrow it could be me”, waarbij we een plaatje van een oorlogsscene op een modelbouwdoosje naspeelden en natekenden, compleet met rekwisieten in de modeltekenles van modeltekendocent de heer Aan de Wiel. Verwarring zaaiden we met het in omloop brengen van valse kaartjes voor het Academiefeest op 23 juni 1978 in de Lantaren om punks in de zaal toe te laten.

 

Einde van het begin
Eén van de authentieke idealen van punk is het ontdekken van eigenwaarde en van bewustwording van eigen kracht in de dingen die je doet. In 1978 is K.K. Dubio de eerste, ludieke, aanzet om deze idealen te realiseren. De onvoorwaardelijke en intensieve samenwerking werkt tenslotte door in een uitgesproken anti-burgerlijke, politieke, stellingname.

 

Het anti-kunst schokeffect is langzamerhand uitgewerkt en in september 1980 beseffen we dat we zelf "geaccepteerd" zijn en heffen de Rondos op. We werken een jaar aan de Raket-uitgave "Ze zijn er weer" (een publicatie over staatsrepressie en de macht van de media) die in 1982 verschijnt. "Ze zijn er weer" besluit met de vraag "Wat te doen?". En we concluderen voorzichtig dat "verzet" overal en in allerlei vormen de kop opsteekt, maar een ideologische en politieke basis, zoals in de jaren 30, ontbreekt.

 

Een tijd van "ieder voor zich", maar "vrij van geest" breekt aan.

 

— Allie van Altena, februari 2008

volgende pagina
vorige pagina