Ik loop nog steeds niet mee
In 1975 leerde ik Ronnie Roteb kennen op de Rotterdamse Grafische School. We werden vrienden.
In 1978 werd hij zanger van de Railbirds. Een bandje dat tot stand kwam op één van de jam-avonden in Eksit. Later werd er geoefend in een atelier Delfshaven. Als ik het goed heb, in het oude pand van de Henkes jeneverstokerijen. Daar zag ik de Rondos voor het eerst. Zij kwamen kijken hoe de Railbirds speelden en hun uit te nodigen om samen op te treden. Ik woonde nog op de Willem Buytewechstraat, net twee straten van de 2e IJzerstraat. Het KK Dubio onderkomen in wording.
Ik verhuisde naar de Rechter Rottekade, midden in de stad. Wat later bleek, lekker op loop afstand van KaaSee. Ik weet nog dat we uit mijn ouderlijk huis tapijt sloopten, voor de bunker/oefenruimte in het pand op de 2e IJzerstraat. Het eenjarig feest van de Railbirds dat gevierd werd op de 2e IJzerstraat luidde meteen het einde van de Railbirds in. Roteb wilde wat meer punk, waar de anderen niet zoveel trek in hadden. Bij de Rondos op de 2e IJzerstraat was het ondertussen al een bekend plekje voor allerlei uiteenlopend pluimage dat eigenlijk ook wel wat wilde doen. Dat was ook de aantrekkingskracht van de Rondos. Als je daar was en je had een idee, dan werd je meteen geconfronteerd met “waarom doe je het dan niet?” Ja, maar je moest het wel zelf doen!
En zo waren er twee behangers (Geert & Pinkel) die ook wel zin hadden in een bandje. Door de Rondos werden we samen gebracht, dat is zeker. Roteb vroeg mij om wat te hakken op het drumstel van de Rondos. En zie daar, een merkwaardig bandje was geboren. Roteb liep altijd op een luciferhoutje te bijten van het merk Säkerhets Tändstickor en de beide behangers vonden de naam Shock wel leuk... De tekst voor ons eerste nummer, “To hell with Shell”, heb ik met wel vier of vijf coupletten geschreven. In het befaamde keldertje in het ouderlijk huis van Roteb kreeg ik de tekst terug van hem. Alleen de titel was nog over en ja, het was werkelijk ons eerste nummer!
Alle inkomsten die we hadden van optredens of van de plaat gingen in een pot. Alle uitgaven werden daarvan betaald. Dat was eigenlijk de hele opzet van Red Rock. Verder gingen wij geheel onze eigen gang, in stijl van muziek maken. Wij hadden al een hekel aan disco en het blind volgen van modetrends. Op dat moment vonden wij dat ook gebeuren met de punkbeweging. Een deel van het publiek wilde alleen maar geëntertaind worden. Zij deden verder niets uit zichzelf en wat ze niet leuk vonden, maakten ze stuk. Dat was punk voor hun. Lachen! Wij vonden van niet en gooiden het qua muziek over een andere boeg. No wave werd het al snel genoemd. Als inspiratiebron vonden wij wel wat van dat soort bandjes in Engeland. Bandjes zoals Punishment of Luxury, Teenage Jesus & the Jerks en The Pop Group. Maar ik denk dat het meeste voortkwam uit onze onkunde op het muzikale vlak...
We maakten een EP met een titel voor elke kant, Allan Vogelan Hebban Nestas en Vi Taenkar Andeledes. En we verschenen met nog een nieuw nummer op de LP Rotterdam Collection. De ene kant van onze single moest gedraaid worden op 45 toeren en de andere kant op 33. We hebben dat niet op de EP vermeld. Dat leiden tot vermakelijke discussies. Anderen wisten ons precies te vertellen welke kant op 33 en welke op 45 toeren gedraaid moest worden. Hoe wij ook probeerden uit te leggen dat het precies andersom was, men geloofde ons niet. De titel Allan Vogelan Hebban Nestas schijnt de allereerste zin in het Nederlands te zijn die is opgeschreven. Het idee kwam van Maarten. Zo ook de uitwerking van de vlag voor onze optredens.
Bij de Rondos op de 2e IJzerstraat was het een plek waar ideeën naar boven kwamen en waar je door elkaar werd geïnspireerd. Er werd niets gedicteerd dan alleen het feit dat je het wel zelf moest uitvoeren, creëren, maken of er achter aan moest gaan. Ik ventileerde een keer een idee, van een ander notabene, om met een bus naar Groningen te gaan. Ik weet niet eens meer welk concert dat was. Prompt kreeg ik de telefoon van Saskia in mijn handen gedrukt. Dan ga je dat toch regelen! Ook kreeg ik meteen alle spullen mee als wij optraden waar de Rondos zelf niet bij waren. De financiën, afspraken en al wat erbij kwam kijken voor een optreden regelen, kreeg ik zo maar op mijn bordje. Ik vond het te gek, net 18 jaar en mij met dat soort zaken bezig houden. Hierdoor heb ik best veel geleerd. Door die tijd sta ik toch anders in het leven dan veel leeftijdgenoten. Ook nu nog merk ik vaak dat mensen iets roepen, maar dan zelf nauwelijks actie ondernemen. En het is zo leuk om iets gedaan te krijgen, hoe klein dat ook is. Van die tijd heb ik geleerd om punk te zijn, maar dan op mijn manier. Ik hoef mij niet uiterlijk te onderscheiden, maar mijn acties, meningen en denken zijn nog altijd niet mainstream. Ik loop nog steeds niet mee, wanneer anderen zeggen dat iets is zoals het is, zonder dat men alle feiten kent.
Tedje was een vriend van Rien en via hem leerden we KaaSee kennen. Wij zochten een podium en zij hadden vrijwel geen vrijwilligers meer om de tent draaiende te houden. De Rondos hadden ondertussen hun handen vol aan de Raketbasis en hadden ook niet zo'n zin zich daarmee bezig te houden. Behalve natuurlijk Frankie Seltini, menig avondje hebben wij afgesloten in KaaSee. Zo ook het moment dat we de boel hadden afgesloten en iedereen weg was. Wij zaten nog even een afzakkertje te nemen in het kantoor. Er werd geklopt aan de deur. Ik zei nog, doe niet open, maar Frankie was in een gezellige bui en dacht hoe meer zielen hoe meer vreugd. De deur zwaaide open en met veel machtsvertoon stormden de blauwe petten KaaSee binnen. Ja lekker laf nu iedereen weg was, dat wel. Maar om nu samen met Pieter Faberini je naam te weigeren op te geven, ach dat was voor mij net even te omslachtig. Beiden werden naar het gereedstaande busje meegesleurd. Frank mocht zelfs geen plasje meer doen, toen hij al in het busje zat. Op het moment dat hij de deur wilde openen, kreeg hij meteen van Grijpstra (of was het de Gier) een klap in zijn gezicht. Er zijn nog wel vele memorabele momenten en personen langs geweest. Teveel om hier te beschrijven.
Voor mij draaide het vooral om de 2e IJzerstraat. Ik heb daar vele positieve dingen geleerd, maar vooral mijzelf ontdekt. Ik heb daar goede herinneringen aan.
Ook de samenwerking met de Ex en de optredens met hun en de Workmates waren altijd positief, er kwam energie en een goed gevoel van. Dat wat je eigenlijk op het laatst niet meer kreeg in KaaSee. Op het moment dat diegenen die zich altijd in hadden gezet voor KaaSee als punkpodium er de brui aangaven, stortte het heel snel in. Met Maarten hebben we nog veel plezier beleefd aan Radio Partyline. Helaas hadden wij allen een avondje verstek laten gaan, net op het moment dat wederom blauwe petten met veel machtsvertoon de zender uit de lucht kwamen plukken.
Alles wat ik daarna heb gedaan was en is nog altijd in de geest van " if you want it to get it done, do it yourself". Met dank aan de Rondos!
–Ton de Koning (a.k.a. Knut Ulbrandson a.k.a. Tony Macarony, drummer van de Tändstickor Shocks), Rotterdam april 2009