Rondos, mijn verhaal
Om het verhaal goed te kunnen vertellen eerst iets over mijn voorgeschiedenis. Geboren in 1958 in Schiedam. Zus speelde intensief viool, broer goed tekenaar en thuis werd eigenlijk vooral klassiek gedraaid. Zelf speelde ik heel veel buiten op straat en bij de havens. Ik knutselde van alles in elkaar,muziek en kunst was toen eigenlijk niet zo mijn ding.
Mijn eerste ervaring met rock ging via mijn Philips EE1040 bouwdoos: met een zelfgemaakte radio zocht ik met de eboniet-staaf de rockzenders als Radio Veronica en Radio Noordzee en hoorde de Stones, de Beatles en de Who en luisterde smachtend aan het oortelefoontje.
Ik kwam tot de stellige overtuiging dat ook ìk muziek wilde maken; in de plaatselijke supermarkt werkte ik me een jaar lang uit de naad om vervolgens voor 128 gulden mijn eerste basgitaar te kopen. Mijn instrumentkeuze werd duidelijk toen er in een zaaltje een optreden was van de band Nosmo King waarbij de bas-installatie het begaf... Toen een nieuwe werd gebracht merkte ik pas wat de bas deed; de bas geeft ‘de pootjes’ onder de muziek... Subtiel, een beetje op de achtergrond... maar onmisbaar om een strakke sound neer te zetten.
Ik maakte kennis met bands als Supersister, Alquin, Focus, Bintangs, The Doors, Emerson Lake & Palmer, The Cream en vele anderen. Op school leerde ik Aad Faasse kennen die mij al snel vroeg om samen met mij een band op te zetten. Drums & Bass; met hem leerde ik wat een goed tandem kan neerzetten...! Bij concertbezoeken aan bands van wie wij de covers speelden, stonden we bij de set-up te kwìjlen en keken enorm naar hen op.
Ondertussen maakte ik via mijn broer kennis met de jongens van de Kunstacademie. Zelf studeerde ik in Arnhem op de Bosbouwschool en reisde als een jojo heen en weer om de rock-scene en mijn vriendin in Rotterdam bij te houden. Met Johannes ging ik naar Londen waar we in zalen als Fortex en Marquee de eerste punkbands zagen. Wat was dat geweldig! Subliem eenvoudig & goed; álle elementen van rock, maar dan zónder arrogantie of blahblah... Dat irriteerde me in de rock, eindeloos ge-oever op instrumenten, of show proberen te halen door instrumenten stuk te slaan... (Keith Emerson, Pete Townsend).
Zelf had ik inmiddels met hard werken gespaard voor mijn Fender jazz-bas uit 1976 die me toentertijd zo’n 1800 gulden kostte! In het kader van het afstuderen op de Academie voor Beeldende Kunst maakte Johannes deel uit van een groep die behoorlijk recalcitrant was en allerlei eigenzinnige projecten organiseerde. Een soort revolutie waarin kunst en muziek met elkaar verweven werden. Ik ging daar graag in mee en zag de uitdaging in het feit dat, wanneer je wilt en de bezieling hebt, je ook gewoon muziek en kunst kunt maken, zónder supertalentvol of goed opgeleid te zijn, maar gewoon omdat je het léuk vindt om te doen en daar bezieling in vindt. Nou!... en dat vónd ik: basspelen in een band waar de basis werd gevormd door de energie van het wìllen, daarmee kwamen we heel ver...!
In de tussentijd speelde ik met mijn Fender in drie bands en experimenteerde veel met de jongens van de Kunstacademie. Daarnaast nog de Bosbouwschool met 24 vakken vergde te veel en ik koos ervoor naar Rotterdam terug te verhuizen.
Johannes, Maarten, Allie, Wim, George, Aad en ik vonden elkaar in een geheel eigenzinnige manier van muziek maken en vormden met elkaar een band...! Ons eerste concert speelden we op een eindexamen-ballenfeest. De eigenwijsheid van ons optreden beviel ons zo goed dat we onszelf met veel bravour in de picture zetten om bij het eindexamenfeest van de Kunstacademie te kunnen spelen. Dat lukte, tot onze verbazing en het werd een uniek optreden... een stelletje ongeschoolde muzikanten die in eerst instantie covers speelden van de Damned, Vibrators, Clash en dergelijke, maar daar uiteindelijk zelf een nieuwe energie in wisten te leggen, het was revolutionair...! We besloten door te gaan, de Rondos waren geboren...
Voor mij telde alleen het pure muziek maken. Zonder gezeur van accoord zus-of-zo, zonder geneuzel, gewoon puur muziek. Wim ontpopte zich als een waar componist; Maarten kwam met ijzerharde ideeën; Allie speelde open en strak; Aad en ik waren de ritme-tandem. En ik kon zelf alles doen waar ik inspiratie van kreeg en die kréég ik... bijvoorbeeld bij het nummer wat wij speelden met die vier losse snaren... Nothing to loose. Het was de simpelheid zelve, maar zo puur en alleszeggend over rock&roll... Punk...!
Johannes kon op alle fronten zijn teksten kwijt, soms scherp-politiek of gewoon lekker grof — helemaal vrij. Met zijn geïnspireerde teksten vormde hij een goede zanger bij deze muziek, met een enorme uitstraling. Vanwege ons enthousiasme hadden we deze uitstraling eigenlijk allemaal. Waar het vandaan kwam weet ik niet maar het klikte en het publiek was enthousiast, verbaasd en onder de indruk. Onze kracht was ook dat we heel dicht bij onze fans en het publiek zaten; niks verhevens, zoals zoveel bands daar ingewikkeld over deden, maar gewoon met beide voeten tussen het publiek...
Onze muziek vormde een geniale chemie met het publiek: we zaten op dezelfde voelbare lijn. Provoceren, laten zien dat we het zelf konden en meegeven dat iedereen dit zou kunnen. Onze repetities waren superstrak en erop geleest om zoveel mogelijk nummers in zo kort mogelijke tijd neer te zetten.
Punk was ook humor, we speelden eerst met drie bassisten, Wim, George en ik. Op een gegeven moment ging de bas als een stoomtrein door. Toch klopte er iets niet, naar mijn gevoel. Terwijl ik naar mijn vingers keek, bleek dat ik de stekker van mijn bas er uit had gelopen... Of de meisjes die door de stromende regen naar een concert kwamen met groene zeep in hun haar... We traden gelijkvloers met het publiek op en als er gepogoot werd, als iemand viel, werd diegene gelijk weer overeind geholpen.
De ontspannen en spontane sfeer veranderde voor mij bij het concert in Paradiso. Ik kwam van m’n werk om het concert te doen, alles stond klaar, er kwamen touringcar-bussen met fans uit Rotterdam. Ik verheugde me erg op het concert, er was veel publiciteit geweest. Maar vanwege het feit dat de stoelen in de zaal moesten blijven van het Paradisobestuur, besloten de Rondos die avond niet te willen spelen. Het concert ging dus niet door. Achteraf een sterk standpunt waar veel publiciteit mee gehaald werd maar voor mij erg teleurstellend; ik wilde spelen. En ook voor de fans vond ik het erg vervelend.
Dit recalcitrante statement van de Rondos was een doorbraak; muziek maken okee maar dat deden al zo veel bands. Dit was nét even anders. Dus verder...
De volgende concerten lieten we zien wie we waren en het was eigenwijs en vooral gelijkwaardig naar het publiek. Ook kwam er een kentering na het concert van Wire uit Engeland in Eksit waarin de band met de rug naar het publiek speelde. Mijn kameraden waren daar erg enthousiast over maar ik vond het superarrogant. Inmiddels ontstond het idee om als collectief in de 2de IJzerstaat te gaan wonen om met kunst & Rondos tot een KK Dubio collectief te komen, met ook gelegenheid voor andere bands om daar te oefenen en op te nemen. Ik vond het allemaal erg productief maar koos voor mijn werk bij een drukkerij in Vlaardingen en mijn eigen weg in de muziek (waar de Rondos heel goed inpasten maar ik zag het meer als echt een band). Ik zag muziek als uitlaatklep; ik stond ermee op en ging ermee naar bed, soms zelfs met mijn bas naast me.
De andere jongens waren vooral bezig met het collectief en vormden een steeds strakker front. Wat een bepaalde politieke indruk opwekte. Het was vóór of tegen... Ons idee is goed en anders wegwezen!
Dit escaleerde, vriendschappen bestonden niet meer (wel tussen hen maar niet met mij). Het was het doel nastreven van anarchie. Niet alleen in de muziek maar eigenlijk ook in verder gedachtegoed. Pijnlijk was mijn laatste bezoek; praten of spelen was er niet meer bij, collectief of alleen verder, ik paste niet meer in de groep; muziek was niet meer belangrijk en er werd gezocht naar een andere bassist, dat werd Frank die het in de nieuwe stijl voortreffelijk gedaan heeft. Min of meer gedesillusioneerd ging ik mijn eigen weg, om via allerlei jazzbandjes o.a. in Willy Nilly te belanden waar ik opnieuw een geweldige tijd meemaakte!
Jammer dat het uiteindelijk bij de Rondos politiek zo escaleerde; allerlei zoekende jongeren wisten eigenlijk niet waar ze aan toe waren; anarchie... en dan...? Helaas werd, buiten de bedoeling van de Rondos om, de identiteit van het collectief vaak verkeerd geïnterpreteerd.
Nu terugkijkend is deze geschiedenis — gezien in het licht van die tijd — begrijpelijk en ik hoop dat met de nieuwe uitgaven (verzamelbox, dubbel-lp, website, splitsingle) er een duidelijker en eerlijker beeld ontstaat van de invloed en ideeën die de Rondos hebben gehad op muziek maken en de kentering die we in de toenmalige vastgeroeste muziekwereld hebben veroorzaakt.
Kortom, de herinnering aan die kracht en het plezier van mijn Rondos-periode is geweldig!
Met het totstandkomen van de verzamelbox en website zien we elkaar weer als herenigde vrienden van vroeger en daar ben ik heel blij mee!
– Kees Isings, Rotterdam 10 maart 2009